SV | Maar Israel strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij bestierde zijn handen verstandelijk; want Manasse was de eerstgeborene. |
WLC | וַיִּשְׁלַח֩ יִשְׂרָאֵ֨ל אֶת־יְמִינֹ֜ו וַיָּ֨שֶׁת עַל־רֹ֤אשׁ אֶפְרַ֙יִם֙ וְה֣וּא הַצָּעִ֔יר וְאֶת־שְׂמֹאלֹ֖ו עַל־רֹ֣אשׁ מְנַשֶּׁ֑ה שִׂכֵּל֙ אֶת־יָדָ֔יו כִּ֥י מְנַשֶּׁ֖ה הַבְּכֹֽור׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ yiśərā’ēl ’eṯ-yəmînwō wayyāšeṯ ‘al-rō’š ’efərayim wəhû’ haṣṣā‘îr wə’eṯ-śəmō’lwō ‘al-rō’š mənaššeh śikēl ’eṯ-yāḏāyw kî mənaššeh habəḵwōr: |
Maar Israël strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij bestierde zijn handen verstandelijk; want Manasse was de eerstgeborene.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Israël strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij bestierde zijn handen verstandelijk; want Manasse was de eerstgeborene.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!